Anno 1909 kocht de kerk van Marcelis Verhoeven het huis met tuin sectie A nr. 2320 groot 0,18,60 ha., gelegen ten noorden van het kerkterrein, van welke tuin in 1898 reeds een strook grond was aangekocht ten behoeve van een door de gemeente aan te leggen voetpad. Dat voetpad, thans een gedeelte van de Pastoor van Hapertstraat, is misschien bij oudere Lithenaren nog bekend als 'de Nije pad'. Het van Marcelis Verhoeven gekochte huis werd in 1911 gesloopt. Van de afbraak werd een schuurtje gebouwd achter het klooster. Langs de noordzijde van het terrein van Verhoeven werd ongeveer op de scheiding een heg geplant. Ongeveer in 1922 werd op dat terrein aan de zijde van het Marktveld een patronaatsgebouw gebouwd en langs 'de Nije pad'
een R.K. meisjesschool. Rond 1925 werd op dat terrein aan de westkant een R.K. Bewaarschool gebouwd.
De laagste inschrijving voor dat patronaatsgebouw werd gedaan door Jac. de Vries-van Wijck te Nuenen voor ƒ27.990,- Dat patronaat bestond uit bestuurskamer, toneel, kleedkamer, vestiaire, bergplaats en er was op de verdieping nog een kamer. In het patronaat hadden veel verenigingen onderdak gevonden. In het begin was dat o.a. de toneelvereniging 'Kunst na Arbeid' en de later door pastoor Van Laarhoven in 1955 opgerichte toneelclub 'Sint Genesius' (Die leden van Sint Genesius moesten wel elke zondag naar de kerk. De pastoorsmeid was ook lid en kon dus alles goed in de gaten houden). Ook oefende er wekelijks de door de pastoor in 1921 opgerichte kerkelijke fanfare Sint Lambertus. Later werden er dansavonden tijdens de drie kermisdagen gehouden, was er de bibliotheek in gevestigd, het jeugd-werk en in 1975 de bejaardensoos (in de meisjesschool), enz.
Het patronaat heeft in de bezettingstijd voor verschillende doeleinden klaar moeten staan. Zo hebben er een tijd lang arbeiders van het vliegveld te Kessel in gehuisd. De K.P. had er zijn hoofdkwar-tier, terwijl op de naaischool twee huisgezinnen uit Maren onderdak vonden. Zo ook de bewaarschool waar eerst de O.D. en het Rode Kruis zich vestigden, terwijl wat later drie huisgezinnen hun bivak daar opsloegen. In de meisjesschool waren verschillende Groesbeekse evacué's ondergebracht.
In 1960 werd bij de Boerenleenbank in Lith een lening van ƒ18.000,-- afgesloten ter financiering van de restauratie van het parochiehuis. Zes jaar later besloot men dat het parochiehuis een beheerder zou moeten krijgen onder bepaalde voorwaarden met dien verstande, dat het kerkbestuur de leiding behield. Die voorlopige regeling hield in:
- de parochiële vereniging, die een avond organiseert, betaalt geen huur, mag de entreegelden innen, maar neemt alle eventuele onkosten voor haar rekening zoals muziekgezelschap, bumarechten, belasting enz.
- de inkomsten van de afdeling 'tap' blijven aan het parochiehuis.
- bij gebruik van het parochiehuis voor bruiloften e.d. moet worden betaald ƒ50,-- voor de gehele dag en ƒ35,-- voor een halve dag of avond.
Het parochiehuis werd aan de Stichting Gemeenschapshuis verkocht op 30 december 1974 met toestemming van het bisdom onder voorwaarde:
a. de koopsom bedraagt ƒ50.000,-- k.k.
b. bij transport zal de stichting het kerkbestuur een bedrag van ƒ25.000,-- betalen
c. De stichting zal het kerkbestuur het bedrag van ƒ25.000,-- schuldig blijven tegen een rente van 5% 's-jaars. De twintigjarige annuïteit van deze schuld zal door het kerkbestuur jaarlijks aan de stichting worden geschonken als een bijdrage in de exploitatie
d. gedurende 20 jaar mag de stichting het gebouw niet vervreemden, noch aan de bestemming van gemeenschapshuis onttrekken tenzij, na schriftelijke goedkeuring van het kerkbestuur en op door het kerkbestuur te stellen voorwaarden
e. bij liquidatie van de stichting dient het gebouw en ondergrond wederom onbezwaard aan het kerkbestuur in eigendom te worden overgedragen
f. de jaarlijkse betalingen van ƒ882,-- (ex investering van 1962) zullen door de gemeente ook na overdracht aan het kerkbestuur worden uitbetaald.
Al eerder op 31 oktober is er een brief aan het bestuur van de stichting Gemeenschapshuis te Lith i.v.m. verkoop gemeenschapshuis aan de gemeente. Er wordt toestemming hiervoor gegeven onder de volgende voorwaarden:
1. de ƒ25.000,-- moeten door het gemeentebestuur aan het kerkbestuur worden voldaan
2. gedurende twintig jaar zal het gebouw niet worden gesloopt noch aan de bestemming van gemeenschapshuis worden onttrokken tenzij na schriftelijke goedkeuring van het kerkbestuur.
3. de jaarlijkse bepalingen van ƒ882,- zullen aan het kerkbestuur door het gemeentebestuur worden uitbetaald.
De overdracht van het gemeenschapshuis, voorheen parochiehuis door Stichting Gemeen-schapshuis aan het gemeentebestuur van Lith vindt plaats in mei 1977. Twintig jaar later was het gebouw afgebroken.
Bronvermelding: Maaskroniek nr. 39 en Maaskroniek nr. 52